Techniek

Hans Deuss gebruikt de zogenaamde gelaagde techniek, dit houdt in dat elk schilderij uit drie of vier lagen olieverf is opgebouwd. Door de dunne verflagen blijven deze enigszins transparant waardoor de lagen elkaar ondersteunen. Door deze techniek bereikt hij zijn einddoel ‘een helder schilderij’. Hij werkt veel op portret linnen maar gebruik ook paneel als drager.

Duizenden kleine tekeningen beelden zijn ideeënwereld uit. Die schetsjes zijn heel gedetailleerd; klein maar heel sterk.

De spannendste schetsen vormen voor hem de basis voor  zijn schilderijen. Waarbij het van belang is om de de sfeer van de kleine schetsjes zo uit te voeren zonder dat de essentie verloren gaat.

De kleine schets wordt vergroot tot het gewenste formaat en indien nodig komt de volgende stap het maken van een perspectief tekening.

Deze basistekening wordt overgezet naar het schildersdoek. Hiervoor wordt de achterzijde van de tekening ingesmeerd met sterk verdunde  bruinrode verf.

Het nog natte papier wordt vervolgens vastgezet op het geprepareerde doek en met een scherp potlood wordt de tekening exact overgebracht. Hij drukt de tekening als het ware door net als bij carbonpapier. Op het doek verschijnen dan tere rode lijntjes die zijn uitgangspunt vormen.

De lijntjes vormen de basis voor de eerste laag, een onderschildering.  Met verdunde verf worden de lichte en donkere gedeelten ingevuld zodat het beeld ontstaat dat hij voor ogen heeft.

Bij elke volgende laag worden de kleuren intenser en de details verder uitgewerkt, ook de licht/donker werking worden in deze lagen aangescherpt.

Belangrijk is dat zijn einddoel, een helder schilderij, wordt bereikt.